En we zijn terug bij de jongen van ‘nee’. Op z’n laarzen is ie gekomen vandaag. Voor we een vuurtje kunnen maken moet het hout gehakt worden. Moeder en zoon bij het hakblok. Ik kijk toe. 10 keer geeft hij op maar 11 keer zet hij door… En dan gaat de rest vanzelf. Het vuurtje brandt. Het hout is gehakt. ‘Mag ik in het water lopen?’. Ja natuurlijk. En daar gaat hij. Zijn blik is open, zijn wangen rood. Het plezier straalt van hem af. Hij graaft zijn voeten in de zanderige bodem, zwaait en wankelt en zit dan vól op zijn billen in het water. Schrik en dan twijfel tussen boos en huilen. Mama helpt hem op de kant met een grote glimlach. Hij krijgt een dikke kus. En wat er dan gebeurt… hij schiet in de lach. Broek gaat uit, trui gaat uit, jas van Mama gaat aan. En zo gaan ze terug naar huis. Een avontuur rijker. Een overwinning in de jaszak (van Mama). (En wat ouders me vorige week vertelden – na 4 jaar slaapt hij sinds een week weer in zijn eigen kamertje in zijn eigen bed. Probleemloos.) Magische processen, magisch blijft het.