Terwijl ik naast hem op mijn knieën met mijn neus boven het water hang, speurend naar kikkervisjes, watersalamanders, schaatsenrijders, een soort mini water lieveheersbeestje, groene kikkers en en en vraag ik me af of ik eigenlijk niet iets nuttigs moet doen. Hem vragen naar zijn emoties. Dynamieken in relatie met zn ouders. Checken hoe het op school gaat. Er komt echter niets. Op naar de volgende vijver. Nog meer kikkers. Kun je ze ook vastpakken? Heel zachtjes steekt hij zijn hand in het water, nodigt het groene beestje uit. Ze raken elkaar aan, beiden schrikken en bewegen gauw bij elkaar vandaan.
Het is tijd, we lopen het paadje door de Hortus terug naar de Ondernemerstuin. Telkens staat hij weer stil, weer iets om te observeren. ‘Ik wil hier nog wel uren blijven’ zegt hij.
En als hij met Papa later weer terug naar huis gaat besef ik me dat dit precies is wat er nodig is – de boodschap ontvangen dat er niets hoeft.
Thuis is moeder met een burn out aan het oefenen om meer te voelen, om naar zichzelf te luisteren, om minder doooor te gaan en te doen doen doen, check the box. Vader ontdekt dat een gezin niet geschikt is om te managen. Dat wat hij zo goed kan op zijn werk, managen, …. thuis wordt er iets anders van hem gevraagd.
Het gezin gaat binnenkort samen naar de Hortus, waterbeestjes kijken. Verder hoeft er niets.