Draaiend en wiebelend zit hij op het yogakussentje. We bladeren door het ‘Vissenboek’ en hij vinkt af welke ‘vissen’ hij op dat moment wel en welke hij op dat moment niet heeft (op elke bladzijde staat steeds een andere vis groot en expressief getekend met een blije, boze, verdrietige enz. uitdrukking). Hij heeft niet de zenuwachtige vis en ook niet de verlegen vis op dat moment, eigenlijk alleen de blije.
Hij is 8 en komt voor het eerst voor een massage, samen met zijn moeder. Wanneer ik hem vraag waarom mensen eigenlijk gemasseerd worden antwoordt hij ‘misschien om zich blij en rustig te voelen?’. Jep. En daar pak ik een blad, een stift en teken een lijn met aan het ene uiterste (1) ‘rustig’ en het andere uiterste ‘onrustig’ (10). Ik vraag hem waar hij nu zit? ‘4’. En dan vraag ik hem waar hij mag komen van zichzelf tijdens de massage? ‘4’ zegt hij. Huh? Als ik vraag waarom zegt hij ‘bij 1 slaap ik en dat wil ik niet’. Goed dan, ik weet het opgelost en schrijf met zijn goedkeuring links van de 1 nog een 0; ‘bij de 0 slaap je ok? Dus je kunt gerust naar de 1 tijdens de massage.’
Ik masseer zijn rug terwijl hij op een krukje naast zijn moeder zit, samen met de voeten in het voetenbadje. Zijn gewiebel heeft aangehouden – spanning en zenuwen worden zo gereguleerd. Want hoewel hij aangaf zich niet zenuwachtig te voelen is hij dat overduidelijk wél. (Gevoelens leren herkennen en benoemen is een van de redenen waarom hij komt voor een massage.)
Het ongemak van het houten krukje maakt de overgang naar de tafel heel vanzelfsprekend en in 1 sprong ligt hij er dan ook even later op, klaar om te ontvangen.
‘En?’, vraag ik na de massage, ‘hoe laag ben je geweest?’. ‘Tot de 1’ zegt hij meteen. En dan ‘nee, tot een 1/2 want ik sliep bíjna!’.