Een vuur, drie vrouwen, een eind twintig, een eind veertig. Een eind dertig, ik. Het vuur brandde steeds voller terwijl het heel langzaam donker werd. Het geluid van sprinkhanen steeds meer op de voorgrond.
Langzaam word ik minder bang… Een zeer sterke persoonlijkheid tegenover me, zeer intelligent, zeer gevoelig en zeer bang om te voelen. Ik heb haar vanavond de pas afgesneden, mijn angst bij de hand genomen. Ze kwam terug en terug en ik gaf haar geen ruimte, geen ruimte. Geen ruimte voor haar escapes en controlemechanismen. Een krachtenspel daar over de vlammen heen van het vuur dat zij vanavond verzorgde. Tot ik stil werd en even bleef. Ze was inmiddels ‘uitgecheckt’ gevolgd op gevoelens van onmacht en frustratie. Ze voelde zich naar. Ja. Dat is wat er dan gebeurt.Als je stopt (gestopt wordt) met doen wat je altijd doet komt bloot wat je altijd vermijdt te voelen.

Waarom ze deelnam? Ze is hard voor zichzelf, ze wil verzachten.
Terwijl ik met het uitleggen van wat ik deed en waarom ik deed wat ik deed de stilte verbreek komt ze langzaam terug. Ze begrijpt nu wat er gebeurde en met begrip hervindt ze haar veiligheid. En de eind twintiger? Eerder op de avond opperde ik dat ze wellicht veel meer boosheid in zich draagt dan ze voor zichzelf, haar kinderen en de buitenwereld wil toegeven. Die kwam binnen. En met dat binnenkomen landde ze twintig meter, ontspande haar lichaam, kwam haar stem vrij en straalden haar ogen. Het krachtenspel van een uitwisseling tussen de eind veertiger en mij, de emoties die daarin vrijkwamen raakten haar. Ze herkende spanning in zichzelf en de wens dat het ‘goed’ moest zijn en ‘fijn’ zo samen rond het vuur. Nóg een schat voor mee naar huis; nee – het hóeft niet altijd ‘goed’ te zijn, intense emoties hoeven niet weggepoetst te worden. Vertrouw, laat los, laaaaaat zijn wat er is zodat je er bíj kunt blijven en zo je kind kunt leren dat het veilig is om te voelen, of dat nu woede, angst, verdriet of blijdschap is.

Nadat ieder elkaar bedankt heeft en we daarbij ook het vuur niet vergeten sluiten we de avond af. In de deuropening van de yurt worden spulletjes gepakt. Als ze alles heeft maakt ze haar handen vrij, legt ze haar vest weer terug op het bankje en opent haar armen voor een knuffel. En bedankt ze me. Dat ik haar voorbij dat punt heb gedreven. De knuffel is stevig en zacht.

En de eind twintiger gaat vol energie, zin en met een gevoel van iets totaal nieuws ontdekt te hebben terug naar huis. Ze heeft woede in zich weet ze nu en ze gaat m beleven, met een grote lach op haar gezicht.