Het is de eerste week na de kerstvakantie, het begin van een nieuw jaar. Ze is 16 en komt de yurt binnen op haar patta’s. Heet dat zo? Gele Adidas badslippers. Stiekem ben ik een beetje jaloers, in de warme zin van het woord.

Vorige week is ze de week begonnen met het maken van een planning. Ze zit in haar examenjaar en er komt een reeks toetsen aan. Koningin in vermijden is ze, in saboteren, ‘oeps vergeten’, uitstellen. Er is ruim een week verstreken na het maken van haar planning maar met leren is ze nog niet begonnen. Faalangst is de reden dat ze bij me komt.

Ik vertel haar over mijn oudejaarsavond. Hoe ik samen was met vrienden en hoe we hebben gesproken over manieren van onze creativiteit blokkeren, over intense emoties en gevechten met jezelf wanneer je iets begint en het lukt niet (direct!!) zoals je het voor je ziet of zou willen. Ik benadruk voor het meisje onze leeftijden, van midden veertiger tot veertiger tot midden dertiger en de actualiteit van dit thema in onze levens. Ik zie verbazing en opluchting in haar ogen, ze zakt een meter dieper in haar stoel.

Daarna scharrel ik van rond de kachel wat frutsels bij elkaar, nog niet exact helder hoe het verhaal verteld gaat worden maar wetende dat zich dat zal ontvouwen. Een lucifersdoosje op een kier, er steekt en enkele lucifer uit. Een mooi houten dolfijntje. Een verfrommelde verpakking van een theezakje in een dof paarse kleur. Op het krukje zit ik naast haar. Op mijn ene knie de dolfijn, die staat voor je blije stralende gevoel over jezelf. Op mijn andere knie het verfrommelde dof paarse propje, die staat voor de negatieve overtuigingen over jezelf. Daarboven houd ik het lucifersdoosje en laat zien wat de ‘opdracht’ is – de lucifers die uitsteken terug in het doosje krijgen en het doosje netjes dicht schuiven. Ik doe een poging, het lukt niet en gooi het doosje weg… Grote ogen en dan een lach wanneer ze mijn lach ziet. Herkenbaar? Als iets niet lukt?!

Maar waar het om gaat. Terwijl het niet in 1 keer lukt om het doosje netjes dicht te krijgen komt het paarse propje omhoog en neemt de situatie over. De poging wordt nu volledig gekleurd door de negatieve overtuigingen over jezelf die daar al waren. Je wordt boos, voelt je gefrustreerd, een mislukkeling, het wordt donker in je hoofd, een brok in je keel, tranen, …

Ik pak het weggegooide lucifersdoosje er weer bij. Nieuwe poging. Propje en dolfijn op elk een knie. Doosje in de lucht. Ik probeer het netjes dicht te doen. Het lukt niet in 1 keer. Het propje begint weer op te stijgen. Nu snap en zie ik wat er gebeurt. Ik kijk naar de dolfijn en spreek mezelf toe, koppel de opdracht en mijn pogingen los van het propje. Het propje zakt. Ik ga rustig verder met het doosje en met wat oefenen krijg ik hem uiteindelijk netjes dicht. Ik voel me opgelucht, rustig en blij. De kille blik op mezelf is voorbij gekomen, is gezien en gelaten. Ik heb gekozen voor de warme blik op mezelf en deze daarmee versterkt.

‘Ik heb het geheugen van een goudvis’ zegt ze ergens daarna. Nee, zeg ik. Er is niks mis met je geheugen. Vergeten is voor jou een sabotage, uit angst. Ohwja. En dan vraag ik of het verhaal bij haar binnen is gekomen. Ja. Omdat ik zulke rare dingen erbij heb gedaan. Dat werkt. ‘Jij bent vast ook een beelddenker, net als ik’ zegt ze. En ja, dat klopt als een bus.